Tussen de bomen op het pad,
zag ik het witte meisje gaan,
geen hond, muis of kat,
zou er iets van snappen
Tussen de bomen op het pad,
zag ik het rode meisje komen,
wijzend met een dreigende vinger,
een schaterlach, daar tussen de bomen
Wapperende haren...
Gebalde vuisten...
Twee snijdende ogen...
Wie luisterd ernaar?
Weg uit de bomen,
Weg van het rood,
het witte meisje komt,
mama neemt me in haar armen,
een huilend hart