maandag 16 maart 2009

19 feb. (vervolg)

Roeiboot


Het water golfde rustig op en neer, de roeiboot golft kalm met de stille golven mee. Ik kijk uit over het het wijde meer. Ik zie hoe de verse treurwilgen zwaaien, ik zie hoe een brug sierlijk over het water hangt als een poortje, ik zie de bergen achterin, ik zie een toren op de bergen... Het enige wat je kon horen is het gefluit van de zangrijke vogels en het uitgooien van het roeispaan, een roeispaan dat elk seconde in het stille water woord gegooit. Vol kracht haalt de roeier zijn spaan weer omhoog. De hoge hete schitterende zon schitterde op zijn witte pet, alweer gooide hij het roeispaan in het helderblauwe water uit
Mama staat te kletsen met de roeier, ik en mijn zusje zijn bezig met onze ogen. Nu zit ik in de roeiboot, op weg naar de andere kant. De roeier had zijn zweet afgeveegd aan zijn bruine jasje. Hoe lang duurt het nog? zei ik steeds in mijn gedachte. Het was een prachtig reis. Opnieuw gooide de roeier zijn spaan uit, maar dan weer terug op ons eigen kust.

Hu (tijger) Pao (rennen) Shan(berg)

In de oude China, leefde er een beroemd geleerde. Hij ging op reis, en kwam langs dit berg. Hij viel hier in slaap. Hij droomde dat twee tijgers naast hem sliepen en snel weer weg ron. Waar de tijgers weg waren geronnen kwam een water bron. Toen hij wakker werd was er opeens een echte water bron. Daarom noemen ze Hu (tijger) Pao (rennen) Quan (bron). Dus deze berg werd Hu (tijger) Pao (rennen) Shan(berg)

Omdat het nu februarie is, is het een beetje fris. Daarom was er bijna niemand. Er was een lange stenen trap die naar boven leid. Het leek wel of de zig zagge trap oneindig was. Aan de ene kant waren hoge bergen, Aan de andere kant waren vele bomen. Die bomen leken alsog het van oude leeftijd was. Ze staken hoog bovenuit. Alsof het in de zonlicht verdween. Tussen de bomen, een klein helder stroompje stroomde langs de scherp geslepen stenen naar beneden. Het praalt in de zonlicht. Op een openplek stroomde tussen de stenen helder water naar beneden. Paar mensen waren aan de beurt om water op te vangen.

Één van de beroemste dingen van Hang Zhou was: Thee.

Maar hoe je thee moet drinken, is ook een kunst. Je moet een bijpassend theepot hebben en de matriaaal om vuur te maken en de proces van de thee moet ook precies zijn o.a.: Watertemperatuur, hoeveelheid etc.
Maar het belangrijkste is natuurlijk water. Het water van de bron van Hu Pao is het beste om thee van te maken, zegt men. Omdat die water een hoge dichtheid heeft. Als je er een munt rustig op het water legt, zinkt het niet.
Wij hadden een handvol geproefd. Het smaakte naar het gras en naar de bergen het smaakte anders, een beetje zoet.

We gingen veder omhoog op de trappen. Tussen de bomen waren soms paviljoenen. Aan de zijkanten van een gerafineerde paviljoen zijn twee putten. Die water kwam uit een mond van een stenen draken hoofd, het water stroomde kronkelend naar beneden. De twee putten hadden een naam: De zon en De maan.

Wij klimmen de trap op tot we niet meer konden. Uiteindelijk kwamen bij een groep klassieke huizen. Er was een theesalon en kleine tempels en kleine museums. De huizen waren gewoon naast de bergen gemaakt. In de bergen was een donker en vochtige grot. Daar kwam water uit. En er was een tijgerbeeld in gemaakt. Het was een levendig beeld. Ik en mijn zusje liepen voorzichtig op stenen die op het water dreef. We wouden de tijger even voelen.

Op de voorhof van de huizen groeiden een paar bamboe en een paar loofbomen en een paar sierstenen. Op een grote siersteen stond een grote stenen theepot. Die theepot is aangesloten aan de waterbron, dus komt het water ook oneindog uit het theeslurfje stromen in een stenen kommetje.
Na een korte pauze vetrokken weer verder.
Liu He Tang

Toren Liu He, die naam kwamt van een kind. Er was een legende over hem. De ouders van Liu He zijn vis boeren. Elke dag gingen ze naar de rivier Qian Tang om te vissen. Maar de drakenkoning van rivier Qian Tang is vaak snel boos, en maakt vaak mensen dood. Op een dag gingen de ouders weer vissen, het water ging overstromen en de ouders van Liu He zijn met hun boot diep in het water gezonken. Liu He werd heel verdrietig en woedend. Elk dag stond hij op de bergen en gooide stenen in de rivier. Zo ging het dagen, zo ging het maanden, zo ging het jaren... Eindelijk kon de draken koning er niet meer tegen. Hij smeekte Liu He te stoppen met gooien. Lui He zegt: "HEt is goed maar eerst moet je mijn ouders terug geven en twee, je mag niet meer mensen doden." De drakenkoning beloofde het en de ouders kwamen veilig thuis en aale visboeren kunnen nu veilig verder vissen. Ter dank werd er een toren voor hem gebouwd op het plekje waar hij gooide.


De toren was heel oud, er word er ook bewaakt. Voor je de toren in mag worden al je spullen gecontroleerd. De stenen trap was heel steil en gammel en smal, het was moeilijk om op te lopen. Op het plafond kon je nog een paar blauwe tegels zien. Het zag er oud maar mooi uit. In de muren waren sommige plekjes nog een beetje bewaard gebleven. Maar het zag er heel oud uit. Deze toren is al een paar honderd jaar geleden gebouwd, er schuilen vast veel verhalen in de oude wanden. Ik keek uit het raam. De bos wuifde naar mij, de rivier probeerde me aan te raken, de wind streelde mijn gezicht. Een bel dat klingelt in de wind... Hij weet vast wat er allemaal schuilt in deze eeuwen oude toren. Maar al vraag ik hem wat er allemaal schuilt, wat hij alleen kon doen is klingelen in de wind. Hoe hoger ik kwam hoe harder het klingelde. Maar praten kon hij nog steeds niet.

Toen we weer naar beneden gingen bleek het moeilijker te zijn dan naar boven klimmen. Voorzichtig stappen we trapje-voor-trapje naar beneden.

Toen we onderaan de toren kwamen waren eigenlijk al een beetje moe. Ik probeerde alle dingen vandaag op te sommen : ZZig zag tuin wind lotus, dijk Su Ti en Bai Ti, Bloemhaven Goudvissen, Lei Feng Ta, roeiboot, berg Hu Pao Shang en nu zijn we hier. Ik wou nog verder de berg op achter de toren.

We liepen boven een klein bergje. Op een kronkelende weggetje en tussen alle bomen en stenen, staken vaak torens uit. Dat waren miniatuur beeldje beroemdste torens in China, zoals Madurodam.Soms waren de torens dik en soms waren ze spits aan de bovenkant en soms waren ze hoog en soms waren ze gelkeurd ( sommige waren grijs) En soms was het een soort paleis. Eentje zag eruit als een indianen tent. Mijn zusje fantaseerde dat wij reuze waren geworden en dat ons volk grote banken en bomen voor ons maakten.

Het was al laat, de om dat we boven de bergen waren was het een beetje koud. De zon werd rood. De lucht purpelpaars, roze. We zagen dat de zon in de horizon zakte.


Eigenlijk hadden we nog veel dingen te doen maar we hadden geen tijd meer...

zondag 1 maart 2009

19 feb. donderdag

Zig zag tuin, wind lotus

Eindelijk, vandaag regent het niet meer.
Vandaag begonnen we met een park. Het park had een hele mooie naam. Ze noemen het "zigzag tuin, wind lotus,, eigenlijk heeft iedere plek van hang zhou een gedicht achtige naam, maar helaas kan ik het niet mooi in het nederlands vertalen.

Dit park is beroemd door zijn lotussen, in de zomer bloeien de lotussen, duizenden bloemen steken uit het meer. Mensen lopen door de brug die zig zag door de lotussen gaat. Het leek alsof je tussen de lotussen zwoof.

Jammer was het nu geen zomer. Maar in het park was het wel een andere smaak. Het water spiegelde over mijn gezicht heen. En het zonlicht scheen stralend op het gras waar ik op liep. De treurwilgen raken het water aan. De vogels zongen een prachtig melodie.




Su Ti en Bei Ti (twee dijken)

Een handschoen! Hij viel, Nee! Hij werd er weer op gelegd, maar het leek wel of het erop klimde?!?!

Toen ik achter de boom keek, zag ik geen mens die de hanschoen erop kon leggen. Hij viel weer en toen zag ik hem niet meer. Toen ik die hele komedie zag, was ik even sprakeloos. Toen ik weer bijkwam riep ik mijn zusje. Ze kwam verschrikt aanrennen en ik vertelde over die bruine handschoen. Echt eng! Zei ik nog. "Hoe kan dat dan?" zei mijn zusje. "Maar, het was geen hand schoen..." Ik zag de handschoen lopen! Ik keek beter en zei verschrikt en blij : " maar een eekhoorn!!" Ik zag hoe hij een nootje op at en verschrikt in de boom vloog.
We lopen langs Su Ti. Het heldere groene water golft rustig op en neer. Spiegelend in de lichte zon. De treurwilgen laten hun vers groene jurkjes hangen boven het water. Twee eenden kwamen statig aan zwemmen. Alsof zij weten dat de lente in aankomst is. De roeiboten varen kalm langs een eiland, langs bossen en bergen. Dwars in het water gooien ze hun roeispaan uit...

Een gedicht zei: Wie heeft de fijne bladeren van de treurwilgen zo uitgeknipt? De lente wind van februari als een schaar.

Een ander gedicht zei: Als het water in de lente warm word, weten de eenden het eerst.






Bloemhaven goudvissen

We kwamen aan bij het park: Bloemhaven goudvissen. Natuurlijk waren nog niet zo veel bloemen. Maar vissen waren er genoeg.


Bij de ingang stonden rode kolen en witte kolen. Het waren net kunstbloemen.


Een brug over een spiegelend water. In het water was iets roods, een rode wolk misschien? Ik keek het van dichtbij. Het waren een zwerm vissen. Vrolijk zwommen de vissen over elkaar heen. Hun gouden kleurtje praaldde in het zonlicht. Hun dansende staartjes spuiten het water als watervulkaantjes naar boven. De grote monden stonden wijd open alsof ze wouden zeggen geef me eten! Geef me eten! Maar dat kregen ze ook. Een grote dikke vis duwt de andere weg, alsof hij de koning is. Ga uit de weg! Ga uit de weg!


Ze staken hoog boven uit, statig, sierlijk in vele groepen. De felgroene bladeren schitterde onder de magische zon. Het was net een sprookje. Midden in de bossen was een Bamboo hall. het had een wijd uitzicht op het blauwe meer.

Diep in bomen waren vogels die de hele tijd een rondje vlogen. Het was alsof een magisch onzichtebare kooi was die ze de hele tijd rond duwt. Of een klein draaikolkje.




Lei Feng Ta

Toren Lei Feng is beroemd om zijn verhaal. De oude toren is gevallen. De toren die we nu zien, is gewoon om de oude toren heen gebouwd. We moeten heel veel trappen op lopen. Daarna kwamen we pas bij de toren. Je moest dan wel sterk zijn hoor! Als je van de top van de toren naar beneden keek kon je bijna heel Hang Zhou zien! Aan een kant zijn groene bergen en heldere meren. Aan de ander kant zijn er modelle gebouwen en druk verkeer. Klassiek en mode gemengd in een unieke afbeelding. Er was een gerucht: Onder de oude toren hebben men reuze grote parels die s'avonds licht kunnen geven gevonden. Of het waar is weet niemand. Maar Hang Zhou heeft drie beroemde dingen : Thee, Zijde en parels


Een paar honderd jaar werd het van mens tot mens een mooi en triest verhaal door verteld:
Onder het meer Xi Fu woont een witte slang van duizend jaar oud en een groene slang van vijfhonderd jaar oud. Ze waren hele dikke vriendinnen. Op een lente dag veranderden ze in twee beeldschone meiden. Bij de dijk Su Ti, tussen de golvende treurwilgen en de magische muziek van de vogels, komt er een jongen met witte kleren. Onder de paraplu staat hij daar. De jongen heet Xu Xian. De witte slang werd meteen verliefd op hem.


Ze waren getrouwd. Samen hadden ze een soort apotheek. Ze helpen arme mensen, en als zij komen, krijgen ze een gratis behandeling. Ze leefden gelukkig met z'n drieën.
Maar in een tempel Jing San woont een monnik Fa Hai. Fa Hai is een monnik met krachten. En hij dacht dat alle dieren die in mensen transformeren slecht zijn.
Toen Fa Hai Xu Xian zag, zei Fa Hai tegen Xu Xian :" Uw vrouw is een slang, ga weg en ik ga haar vangen!" Maar Xu Xian wou het niet. Fa Hai werd boos en had Xu Xian gevangen genomen in de tempel. De witte slang ging haar man opzoeken en smeekte Fa Hai om Xu Xian weer vrij te laten. Ze vertelde dat ze geen slechte dingen had gedaan en heel veel van elkaar houden. Maar Fa Hai wou niet luisteren. De witte slang en de groene slang konden niks anders doen dan met Fa Hai te vechten om haar man te redden. Ze had bijna gewonnen, maar ze kreeg weeën. Met de groene slang vluchten ze naar de dijk Bai Ti. Daar werd het kind geboren. Intussen vluchtte Xu Xian weg van de monnik. Ze hadden elkaar ontmoet bij Bai Ti. Toen ze wouden vluchten kwam Fa Hai achter hun aan.
Hoeveel de groene slang en Xu Xian ook gingen smeken, hoe hard het pasgeboren kind ging huilen, het leek of Fa Hai het helemaal niet hoorde. De witte slang was gevangen genomen en onder de toren Lei Feng gelegd. En Fa Hai zei ook :" Als de toren Lei Feng omgevallen is, dan komt de witte slang er uit."


Nu is de toren kapot, heeft ze vrijheid gekregen?