zondag 19 december 2010

Kerstnacht deel 2

Twee mannen kwamen voorzichtig binnen.
'Hallo?' riep een van de mannen 'Is daar iemand?'
Emily probeerde haar zenuwen weg te ademen.
'E...Emily... v...v...van Stra...ten' stotterde Emily ondanks.
'Ja, keurig, je werd verwacht in het paleis toch?' riep dezelfde man weer vriendelijk. Opgelucht ademde Emily langzaam uit.
'J...ja dat klopt, met mijn kerstboom?' zei Emily. Dezelfde man lachte even.
'Zou je misschien het licht aan willen doen?' vroeg hij.
'Ja, ja natuurlijk' Emily tastte naar het lichtknopje. In het vage licht stonden twee jonge mannen van ongeveer 19. De een zag er vrolijk en open uit. Hij had goudblonde stekeltjes. De andere man had zwart ebbenhout kleurig haar. Hij zag er zwijgzaam uit.
'Hallo Emily, ik heet Afrid en dat is Kevin. Hij is nogal zwijgzaam' zei de man met de blonde stekeltjes.
'Welkom...eh...zullen we gaan?' vroeg Emily twijfelend.
'Ja' zei Kevin zacht. Zijn stem klonk als van fluweel.
'Kom, wij gaan de boom wel dragen, oeps, kijk uit voor de kaarsjes Kevin' waarschuwde Afrid.
De maan begeleidde het stoetje door de stille straten.
Emily haalde het houten engeltje tevoorschijn en bekeek het. Het maanlicht verbleekte de bruinige kleur naar zacht goud.
Het engeltje straalde iets bekends uit.

zondag 12 december 2010

Kerstnacht deel 1

Een zalig kerstfeest iedereen!

Het lampje flikkerde even aan en uit. Het kleine kamertje werd zwak verlicht.
Emily keek met nietziende ogen naar de deur. Het wiegde open en dicht. Als een speelbal van de wind.
Het sparrenhout vervulde het kamertje met een pittig geurtje. De groezelige kerstballen glanzen bij de kaarsjes. Weer pikte Emily stiekem een chocolade kransje van de boom.
'Ze komen me zo halen' mompelde ze tegen het houten engeltje 'samen met mijn mooie kerstboom, ik ben zo zenuwachtig' Het houten engeltje keek glazig met zijn houtige oogjes het vertrek in. Nog steeds in een zingpose met het blad met een paar noten in zijn handjes.
'Mijn vader heeft dit ook gedaan' zei Emily zacht, alsof ze maar half in de reele wereld was 'En mijn moeder'

Plotseling hoorde ze mensen lopen buiten. Emily sprokkelde gauw het engeltje en wat levensmiddelen bij elkaar.

Het engeltje keek ze nog even aan. Ze dacht, toen ze het engeltje tussen het brood legte, dat ze zijn ogen ondeugend zag glimmen. Heel even maar.

Toen blies ze de kaarsjes uit en deed het licht uit.

Een streepje stof werd zichtbaar in het heldere maanlicht.

zondag 21 november 2010

Sinterklaasberichtje

Lieve Ru-Lian,

Wat jij vroeg was een beetje duur

Maar ik geef het toch aan jou

Want je bent een leuk kindje

Soms lief,

Soms ondeugend

Maar vooral heel schattig

En zo uniek

Het gedicht wat je schreef

Vond ik erg prachtig

Jouw geld wat je me schonk

Vond ik zo aardig

Lieve Ru-Lian,

Hierbij krijg je een van de grootste cadeautjes

Van mijn Pakjesboot 12

Ik loop met jouw je hele leven mee

Tot op een dag dat jij niet meer in me gelooft

Groeten,

Sint en Piet

zaterdag 30 oktober 2010

Panter

Als een racewagen schuur je door het woud
kampioen van de jungle
heerser van de klappende bomen

Als een op hol geslagen kettingzaag
die zijn geluid laat weer klinken
vanuit jouw soepele hals
je je op je prooi stort

Als een schaduw sluip jij
door het geruislose gras
Een schaduw met twee smaragden
midden in je grote kop

De dieren buigen onderdanig
Als je trots aankomt lopen

zondag 24 oktober 2010

Ik bel je nooit meer

De telefoon ging neer
Zijn stem zwerft weg

Zwijgend begaf ik me naar het toilet
Mijn haar hing voor mijn rode ogen
Tranen kletsten in de wasbak
De ijzige herfstlucht zag er plots verleidelijk uit

Ik sloot de deur achter me
Het miezerde een beetje
De herfstbladeren dansen in de wind
Ik wierp mijn benen over het koude staal
Een windvlaag sneed door mijn lichaam
Ik laat de hemelse tranen over me heen gieten

Ik bel je nooit meer...

zaterdag 16 oktober 2010

Wat is tijd?

De klok tikt door...

Een minuut voorbij
Net als in China
waar opa en oma woont
maar is het daar ook 5 voor 5?
Wat is tijd?
De aarde draait maar door

Twee minuten voorbij
Is tijd niets of alles?
Is er een heden,
toekomst of verleden?
Die zich steeds opnieuw
afspeeld?

3 minuten voorbij
Is tijd het 4e dimensie?
Is er iemand die door tijd
kan reizen,
iemand die machtig is,
en snel?

De klok staat stil...
Staat de tijd nu ook stil?

zaterdag 2 oktober 2010

Het begin van de wereld

Laatst hadden we filosofie op school
We moesten filosoferen over het begin.

Als de oerknal werkelijk is geweest, waar komt de knal dan vandaan?
Veel kinderen uit mijn klas dachten door lucht. Als lucht tegen elkaar opbotst dan onstaat er een knal. Maar waar komt dat lucht vandaan? Niets kan uit niets ontstaan!

Sommige geloven doen de gelovigen denken dat god alles heeft gemaakt.

Ze dachten dat er eerst een chaos was, of een god zich alleen voelde.
Waar komen die goden dan vandaan? Daar heeft niemand antwoord op...

Thales, een filosoof uit de oudheid, dacht dat de wereld komt uit water.
Het kan wel kloppen. Want alles hier op aarde leeft van water of heeft af en toe water nodig of gebruikt het.
Ik gaf hem half gelijk. Water bestaat uit kleine waterdeeltjes. Misschien vloog het lang geleden ergens in het heelal rond. De zon ontwikkelde zich tot een echte zon terwijl kleine deeltjes (atomen) zich aan elkaar vastkleven. De kleine waterdeeltjes plakten daar weer aanvast. Dan zou de zon zijn gekomen en verdampte het water. Daardoor onstond er een soort atmosfeer. Het water verminderde door de verdamping en de koolstof liet bomen en planten groeien. Die begonnen zuurstof te produceren en zo kwamen er kleine beestjes tot leven. Het is maar mijn idee.

Anaximander dacht dat er ontelbare kleine onverklaarbare dingen het begin van alles is. Ongeveer net als in mijn verhaal dus. Die kleine 'atomen'. Anaximenes dacht dat het begin van alles lucht is. Als je koolstof meetelt heeft hij ook een klein puntje.

Alles op een rijtje waarom ik ze een beetje gelijk geef en wat gebaseerd is op mijn fantasie:
Door alle ontelbaren onverklaarbare kleine dingetjes van Anaximander ontstond aarde.
Door het water van Thales ontstond er een soort atmosfeer
Door het lucht van Anaximenes ontstond leven.

Maar er was nog iemand die dacht dat het leven net legosteentjes was, dat je bestond uit kleine 'pixels'. Diegene geef ik ook gelijk. Als je sterft vergaat je lichaam en gaan de 'pixels' op zoek naar een nieuw lichaampje.
Misschien zit er op het puntje van je tong wel een stofje dat eerst op de kont van een nijlpaard heeft gezeten

Dat is balen!

maandag 20 september 2010

Een echte vriendin...

Glimlachend liep ik het lokaal uit. De meester van BV (Beeldende Vorming) was super grappig.

“We gaan naar Berendonck!” riep iemand. Ik liep samen met mijn vriendinnen naar de kluisjes.

“Heb jij een fiets mee?” vroeg mijn mentor aan me. Ik schudde mijn hoofd en zei zacht: ‘nee’.

“Dat snap ik, je hebt zeker geen fiets kunnen regelen hé?” vroeg de meester aan Bo. Hij had geprobeerd een fiets te regelen, maar dat was niet gelukt.

“Kom achter mijn fiets” riep Y. Ze liet haar roestige oude fiets zien. Ik haalde mij schouders op.

Even later sjeesde ze door de straat met mij achterop.

Berendonck is een leuk meertje vlakbij Nijmegen. Daar zwommen veel meerkoeten.

De vorige dag moesten we taarten en gebakjes maken, ik deed het samen met Rulle, Jaka, Kita, Fen en Mel. We bakten twee lange stracciatellacakes.

Jaka presenteerde de cakes. Meteen ontstond er een cocon van mensen om haar heen.

De wind woei zachtjes. Het water golfde. Het water voelde warm aan.

“Ga jij zwemmen?” vroeg Y. Ik knikte vaag. Het leek me wel lekker, maar weinig durfden.

Even later stond ik met mijn bikini in de wind. Het viel nog wel mee. Langzaam liep ik het water in. Daarna volgde Jaka, Len (een vriendin) en Y. We trokken elkaar in het water.

We bibberden toen de wind iets harde woei. Het water droop van mijn haar. Opeens hoorden we bellen.

Een rij fietsen verzamelde zich.

“Shit, ze gaan vertrekken!” riep Len. We gingen razendsnel omkleden.

We stonden bij de ingang.

“Hoe moeten we Wan-Qing op school brengen?” vroeg Lauren. Y zei: “Ze kan niet meer achter mij, ik hoorde mijn fiets al krakken”

Len stelde voor dat ik achter Len ging.

“Weet je wat, als Wan-Qing op Len’s fiets gaat, gaat Len achter mij. Len is toch lichter” Y klopte op haar fiets. Ik fietste dus naar school. Het begon steeds harder te regenen en ik slipte bijna.

Op school kwam Len naar me toe lopen.

“Hé, Y wil schadevergoeding voor haar fiets want het is nou half stuk en ik wil ook wel iets terug”

Ik knikte triest, het voelde alsof ik twee fietsen heb gemold.

De volgende dag nam ik een paar gelukskoekjes mee. Ze waren heel blij. Nou ja, als gelukskoekjes je gelukkig maken, waarom doe ik het niet?

vrijdag 3 september 2010

Levenloos

Daar lag hij
Bruin/wit gestreept
Zijn pootjes bij elkaar
Het bekje half open
Bloed sijpelde langs de staatstenen
Een politiewagen stopt
Een agent praat met een man
Een schrille wind blies door het vacht
Van het levenloze lijkje

Dat gebeurde
Op een middag
De zon scheen
Mensen kwamen langs
Met haastige stappen

dinsdag 31 augustus 2010

Als de appels beginnen te bloeien...

Als de appels beginnen te bloeien
in de Tielse zonneschijn
En als de peren weer gaan groeien
Moet een lach er altijd zijn

Als de waal rimpelt in de zomerswind
ligt Tiel in het zoete fruit
als de pruimen in een rijtje zingt
komen de dromen van de Tielenaren uit

Als de prins en prinses naar Tiel komen
Zal Flipje heel trots zijn
Als de lampionnen optocht word gehouden
Tiel's nacht is zo fijn

dinsdag 17 augustus 2010

Afscheidsgedicht

De rode loper staat klaar
Voor het laatst samen bij elkaar
De acht jaren hier op school
is net een film die zich vaak verschool

De muziek golft
Maar van binnen denk je
dit is de laatste avond
In de zaal
Het licht schijnt nog een keer
op ons allemaal


Dan liggen we weer in tenten
midden in het bos
33 km op de fiets
iedereen is los

Dan dromen we van de Efteling
worden ze waar?
Dan smeden we plannen
met de koppen bij elkaar

En je eerste jaar dan?
Toen was je nog klein
Je huilde om je moeder
en wou er niet zijn

Maar nu ben je groot
straks weer klein
blijf altijd denken
hier was het fijn

woensdag 4 augustus 2010

Fijne verjaardag

Hij gaat weg
ik kom
in mijn handen
een pakje
met een strikje

een kaars brand
in jouw gedachten
jij zingt een lied
de wind blaast
tegen de slingers
aan het plafond

je bent klaar
je blaast
het woord zinkt
in de donkere nacht

zacht leg ik het pakje neer
en fluister: ' fijne verjaardag'

maandag 19 juli 2010

Zee

De zee golft onder de grijze wolken
Het regent, mijn haren worden nat.
Het schuim spat.
Zou dat de kleine zeemeermin zijn?

Wat houd hij verborgen onder zijn blauwfluwelen dekmantel. Wat laat het rimpelen en kreuken?
Wie buldert, als het tegen de kribbe slaat?
Wie zingt, als het zachtjes wiegt?
Wie draait het, simpel om zijn vingertje?
Wie trekt, de arme mensen naar beneden?
Een Sirene, een waterreus of Poseidon?
Een bord, die waarschuwt: sterke stroming.

De meeuwen cirkelen om een schip. Het schip van Odysseus? Ze krassen.
Het zand is blauw. Het ribbelt. Zeewier ligt aangespoelt. Verlaten, met zijn groene armen verspreid. Aan stukken gescheurd, door wie?
De schelpen glanzen. Trots laten ze hun aquarelkleurige vormen zien. Een waterschilder die zijn meesterwerken maakt, op een klein glanzend oestertje. Een oester die zijn parel op zijn tong beschermd. Een moeder, voor een parelkindje.
Ik zag een vis. Een dode en een levende. Mama pakte het...bijna...

De lucht is grauw, maar toch helder.
De lichtelijk grijs getinde wolken, drijven voorbij
Een fles spoelt aan. Is dat een flessenpost? Een hulpbrief van een slachtoffer van de cyclopen?
Nee, alleen zand. Iemand heeft gewoon gedronken...

Nog een paar kilometers. Het is koud. Ik krijg een blaar. Ik word moe.
Er is een plasje. Lekker warm. Om je benen te verlossen van de koude laag dat zich vastkleeft.
Vreemd, weinig water is meestal warmer dan veel water.
Ik dacht, water heeft temperatuur.
Bij weinig water hoeft de temperatuur niet te verspreiden. Bij veel water juist wel. Dan gaan alle stukjes van elkaar en word het kouder.

Het miezert door een dunne mistvlaag. Het is kil. Niemand is er.
Behalve...
Een vrouw met een lang wit gewaad. In haar handen een paraplu.
Haar haar wiegt in de wind. Haar tere gezicht geniet. Ze lijkt te zweven in haar jurk.

In de verte zie ik een brug.
De brug van het einde.
Het einde van deze dag
Met de bus rijden we naar huis.

zaterdag 17 juli 2010

Schoolfoto

"Oh nee!" riep Kim uit. Ze streek door haar haren. Ze streek over haar jurk.
"Wat is er?" vroeg Iris. Ze straalde net als altijd.
"Jij hebt niets te klagen, jij ziet er altijd goed uit! Maar ik ben precies op deze dag slecht gekleed" riep Kim uit.
"Op fotodag?" vroeg Line.
"Ja!" riep Kim wanhopig.
"Dan gaan we in de middagpauze je haar doen en kleren kopen." riep Iris uit. Ze zwaaide met haar tas, zodat het tegen Pelona aan kwam.
"Aah! Waar ben je mee bezig Irisabel? Oh wacht! Zitten die ouderwetse kleding te strak, zeker een jaar geen nieuwe kleding gekocht!" kirde ze. Haar meelopers giechelden.
"Ik heet IRIS EN IK HEB GISTER NOG KLEDING GEKOCHT, ik zou zelf maar uitkijken waar je met die heksenneus heen loopt. Kim en Line giechelde. Trots gooide Pelona haar lange blonde haren naar achter en keek Iris vol afschuw aan.
"En wat moet dat voorstellen Kimberley? Als je je bij mij aansluit koop ik gratis kleding voor iedereen!" kirde Pelona.
"Ten eerste, moet je iedereen niet bij z'n bijnaam noemen en ten tweede: Ik koop mijn eigen kleding wel!" kirde Kim en samen met Line en Iris liep ze weg.
"En toch moet ik iets aan die jurk doen" fluisterde Kim snel.


Line en Iris wachtten op een proefje. De gordijnen slingerden. Kim kwam tevoorschijn met een gloednieuwe lichtblauwe jurk.

"Tadaaa"
"Nee, een 6"
"Tja, een 8"
"Sorry, wat moet ik anders aan?" Kim trok zich wanhopig terug in haar kleedhok.
"Zullen wij wat uitzoeken?" Iris trok de kast van Kim open.
"Noem je dit kleren? Je moet echt iets gaan kopen!"
"Ik heb genoeg kleding ja?" zei Kim kwaad "Kijk dit oranje topje past best bij dit spijkerjackje"
"Ja een echte spijkerjackJE, hoelang heb je al geen kleding gekocht?"
"een half jaar"
"Dan word het hoog tijd!" riep Iris. Ze sleurde Kim naar buiten en zette haar voor een modezaakje "Kies je kleding, we wachten bij een kleedhok."

Kim trok alle soorten jurken uit de rek, maar er was niets voor haar bij. Tot ze in een klein stoffig hoekje een klein jurkje zag hangen. Ze bekeek het. Het was prachtig. Snel trok ze het aan en voor het eerst gaf Iris een 10.

"Perfect! Waar heb je dit gevonden?" Iris glunderde bij het zien van de prijs. Kim wees naar het hoekje. Alleen was er geen hoekje meer. Er hing een grote spiegel.
"Het was er net en..."
"Doet er niet toe, we hebben hem" Iris griste haar portemonnee tevoorschijn en rende naar de kassa. Kim wou haar tegenhouden, maar Line trok haar terug.
"Iris is dol op kleren kopen. Betaal haar maar later terug" Kim en Line gniffelden. Iris kwam terug met een enorme tas en samen liepen ze naar huis.


Iris kamde het haar van Kim en liet het een beetje golven. Toen pakte ze blauwe linten en strikte Kim's haar.
"Ziezo, het is af" Iris liep trots achteruit, terwijl Kim langzaam opstond.
"Iris..." Kim glunderde en bekeek zich van alle kanten.
"Ja, ik weet het, bedank me later maar, oh nee, de pauze is zo om, tijd om naar school te gaan" samen liepen ze weer naar school. Dwars door het vieze sneeuwblubber.
Kim;s humeur vrolijkte op toen ze op school kwam. Iedereen gaapte Kim na.
Kim ving wat gesprekken op zoals:
"Is dat die griet van Meeteren?"
"Ja, dat is haar"
"Ze ziet er verbluffend uit"
"Heftig"

Kim was nogal trots op Iris, maar vlak voor de foto werd genomen, duwde Pelona Kim de blubber in toen Kim toevallig vlakbij liep.
"GRIET!" gilde Kim boos. Ze kon het niet laten om Pelona een harde klap in haar gezicht te geven.
"Moet jij niet zo pronken met andermans kleren, dat is Iris' stijl, dat zie je zo"
"Ze heeft het zelf aangeboden"
"Ja hoor" Pelona viel met een gil ook het blubber in.
"Ik krijg je nog wel" gilde Kim, terwijl ze kokend weg liep. Verslagen ontweek ze de fotograaf die haar aan het zoeken was.
Na de foto kwam Iris Kim zoeken.
"Rot meid" kon Iris alleen zeggen. Kim liet een paar tranen los.
"Het spijt me"
"Hoezo?"
"Dat ik je werk verpest heb"
"Ah, wat boeit dat"
"Ja wat boeit dat?" een vaag bekende stem klonk achter hun.
"Olivier!" riep Kim. Ze omhelsde hem. Het was een oude vriend van Line, Kim en Iris. Hij had hun bij veel avonturen geholpen en nou stond hij daar opeens.
"Heb ik net zo'n mooie jurk gekocht voor jou maar wat boeit dat?"
"Heb jij die jurk gekocht?"
"Natuurlijk"
"Dank je, maar hoe kom ik aan nieuwe?" Kim zuchtte weer verslagen. Olivier haalde iets uit zijn ongelofelijk grote tas.
"Wauw, dank je" Kim keek naar een jurk waarvoor Iris een 1000 gaf.
"Zeg nou maar tegen de schoolfotograaf dat je toch weer beter bent na een hete griepaanval en zeg dat je die foto snel wilt maken. Oh ja, ik geef Pelona wel een koekje van eigen deeg" Olivier verdween net zo snel als hij gekomen was. Kim glimlachtte.
Jammer dat Line er niet was. Die zou zijn bezoek zeer op prijs hebben gesteld.
Samen met Iris liep Kim naar school om zich om te kleden en een foto te maken.

Dagje Duinrell

Ik ben laatst in Duinrell geweest. Nu ga ik er een verhaal over schrijven.

Cristine drukte haar neus tegen het raam. Ze had er lang naar verlangd. Eindelijk ging ze naar Duinrell. Hoe zou het zijn?
Bij de ingang stond een reusachtige zwevende kraan. Cristine kijkt er vol bewondering naar. Cristoffer, haar broer, zei: "Pas maar op! Deze kraan is voor de mensenetende reuzen bedoeld! De Duinreuzen!!!!". Cristine stompte hem in zijn buik.
"Doe niet zo flauw!" Cristine liep nijdig vooruit. Cristoffer lachte en liep achter haar aan.

Ze kwamen aan bij een grote waterglijbaan van wel 10 trappen omhoog! Cristine en Cristoffer pakten allebei een slee. Cristine raasde omhoog. Maar toen ze naar beneden keek, voelde ze zich duizelen. Ze was vergeten dat ze hoogtevrees had...
Cristoffer duwde Cristine eraf. Ze gilde.

Beneden stompte ze haar broer weer. Toen kwamen ze bij een vlot. Het touw was gebroken en het dreef midden op water. Cristoffer trok aan het touw, maar dat hielp niet. Moeder probeerde de vlot naar hun kant te slingeren. Cristine keek goed rond. Aan een haakje hing een reddingsboei. Ze pakte het vast en slingerde het de vlot op. Langzaam trokken ze de boei naar zich toe. Het lukte!

Aan de overkant was een boot katapult. Cristoffer had Cristine erin geduwd, de hek dicht geklapt en er een muntje in gedaan.
"Trek aan de touw! Je kan toch niet meer terug!" Vol woede trok Cristine aan het touw. Langzaam en schokkerig werd de boot omhoog gehezen. Cristine zette zich schrap en daar ging ze! Ze gleed naar beneden en werd een meter de lucht in gegooid.

Weer ontving Cristoffer een stomp.

Daarna roeiden ze in de roeibootjes. Het was echt rustig. Hhet water glansde en Cristoffer roeide met een paar blauwe plekken.

Cristine rende naar de kikker 8baan. Ze zaten stevig vast. Langzaam werd de wagen omhoog gehezen. Met een vaart roetsjte het naar beneden. De hele wagen gilde.
"Durf jij in de Splash?" vroeg Cristoffer aan Cristine. Cristine knikte.

In de wachtrij stond een jongen die heel erg spuugde. Hij spuugde erg bij elke woord. Cristoffer liep haastig verder. Cristine lachte, maar liep net zo haastig.
De boot werd omhoog gehezen. Het maakte een scherpe bocht en het sjeesde naar beneden. Cristine werd zeiknat. Cristoffer lachte haar uit.

Hij kon weer een blauwe plek ontvangen.

Moeder vroeg of ze nog in de botsauto's wouden. Ze deden alsof ze een rijbewijs moesten halen. Cristine reed heel goed. Maar Cristoffer botste express overal tegenaan.

En dat was het dagje Duinrell.

dinsdag 22 juni 2010

vuur

Ergens brandt het licht
Jij stookt het vuur op
Samen kijken we
hand in hand
naar de opkomende maan
in onze eigen grot

de sterren twinkelen heimelijk
de takken zwieren in een zucht
een beekje kabelt
een vis gluurt
boven het water

De bloesemboom laat haar bloemen los
ondeugend dalen ze langs ons heen
Ik glimlach
Jij ziet niets
Het vuurtje dooft
in het duisternis

donderdag 3 juni 2010

Grens

Een kantlijn staat
waar hij niemand door laat

Stevig en stabiel
tot dat ie viel

hij liep verder van zijn plek
op zoek naar gebrek

Op zijn rug draagt hij een lijn
waar miljoenen mensen zijn

Hij droeg de grens, dacht alleen
Iedereen loopt over mijn grens heen

maandag 24 mei 2010

Klimrek

8.
De volgende is in aantocht!

"Kim, je raad het nooit!" Iris stormde op me af. Rick liep hoofdschuddend achter haar aan. Hij zag er een stuk rustiger uit.
"Wat is er?" vroeg ik verbaasd. Over de schouder van Iris zag ik de grote vrachtwagen weer. De letters blonken in de zon: Maarten v. B. Sloopbedrijf.
"Wat denk je dan wat er is als die grote wagen midden op de weg staat?" riep IRis verontwaardigt uit.
"Wat gaan ze slopen?" riep ik haastig. Iris wees met haar duim naar de roestige glijbaan.
"Onder andere dat" Iris glimlachte opeens "Die oude roestbak moet op een dag weg, dat wist ik gewoon" Iris wierp nog snel een blik op de glijbaan. Mannen met reflecterende hesjes en petten waren de glijbaan aan het bekijken en opmeten. Rick speelde met zijn vingers.
"Hallo tortelduifjes" Rosalie liep met Elly naar ons toe "een schattig stel zijn jullie hoor"
"Ik heb gehoord dat de plaats waar jullie verkering maakten ook word gesloopt" Elly lachte hatelijk. Ze draaide zich om, hees haar zakkende broek op, en liep met Rosalie naar Jamy.
"Word de klimrek gesloopt?" riep Rick. Iris klopte op zijn schouder.
"Rustig maar, het is toch niet zo heel erg dat je liefdesplek word gesloopt, ik bedoel, ik ontmoette de jongen van mijn leven helemaal in Italie! Op vakantie!" Iris keek dromerig naar de hemel.
"Dat... dat is het niet" Rick keek met treurie ogen naar de klimrek "Het is mijn vaste plek"
Vanuit mijn ooghoeken zag ik Samera, Elly, Jamy en Rosalie aan het gniffelen en fluisteren, terwijl Samera steeds naar me keek.

"Goedemiddag klas!" Meester Piet klonk een beetje dromerig. Juf Karin werd gedekt door stapels schriften die ze aan het nakijken was.
"Goedemiddag meester" mompelde de klas. Novich giechelde en maakte rare bewegingen, maar meester Piet schijnt het niet te merken.
"Goed klas, ik neem even de agenda door. Eerst gaan we een kwartier lezen. Dan gaan we handvaardigheid doen. Tot kwart over drie. Ik heb nog mede..."
"MEESTER PIET, WAT HEEFT DIE SLOOPWAGEN TE BETEKENEN?!" gilde Iris. Weer dook ze beschaamd terug. De klas mompelde instemmend.
"Zoals ik al zei, Iris, heb ik nog wat mededelingen. De sloopwagen staat hier om een aantal oude speeltoestellen te slopen. Jullie gaan er niets van merken want..."
"WELKE TOESTELLEN?!" gilde Iris weer, maar dit keer zelfverzekerd. Weer mompelde de klas instemmend.
"De glijbaan, Iris, dat houten huisje..."
"Nee niet het houten huisje" piepte Simon zacht.
"De drie duikelrekken..."
"Ooooh"kreunde Jamy.
"En...Iris...tot slot...."
"Waarom zeg je het alleen tegen Iris. meester? Wij zijn er ook nog hoor" brulde Novich verontwaardigd. De meester keek even dromerig naar Novich.
"Houd je kop!" snauwde Iris.
"Tot slot" zei meester Piet alsof hij niets hoorde "Tot slot dat houten klimrek"
"NEE!" gilde Rick.
"Wouden jullie daar jullie nest gaan maken?" slijmde Viola. Rick keek boos. Het leek wel of ik ontplofte van verdriet en woede.
"Goed klas, pak allemaal jullie leesboek." riep meester Piet met een dromerige ondertoon. Ik keek vanachter mijn boek uit het raam. De wagen stond er nog steeds. De directeur maakte weer een gesprek. Hij schreef toen iets op een memo. Toen ging hij weer een langdurig gesprek voeren. Ik zuchtte. Als ze het klimrek gaan slopen, heb ik geen plaats meer. Ik ben gehecht geraakt aan het klimrek. Het mag niet...
De wagen reed weg. Ik keek de glimmende letters na. Uiteindelijk zag ik de letters in mijn boek staan.
"Goed klas, jullie weten waar jullie zitten bij handvaardigheid" Helaas heeft de meester me losgescheurd uit het spannende boek die ik aan het lezen was. Rick keek bedroefd naar de klimrek. Ik wil hetzelfde doen...

vrijdag 7 mei 2010

Narcisverhaaltje 2

Narcissus, die blind is voor liefde en alleen denkt aan de jacht. En Echo, door een straf kan ze alleen mensen na praten. Echo word verliefd op Narcissus, maar ze kan het niet vertellen. Uiteindelijk duwt Narcissus haar van zich af. Een maagd wilt dat Narcissus voelt hoe het is om een liefde niet te krijgen. Zo werd hij verliefd op zichzelf en bezweek door zijn eigen pracht.

Onder de lindeboom
wacht ik
op een gesprek

Gefrustreerd kijk ik hoe die druppel
als een zilveren maan
Die zich om jou universum sluit
een bootje meesleurd
Naar het eeuwige water

De boog gespannen
Een pijl suist
door de lucht
Stil als de vogels
Stil als de vissen
Stil als een vrouw
Voor jou?

De dromenvanger hangt wiegend in de wind
mijn ogen volgen het kraaltje
zal iemand ooit zeggen:
'Ik hou van jou'?
Dan kon ik meepraten

De treurwilg trilt
Blauwe regen kruipt langzaam omhoog
een uil krast
tot aan de rand van de wereld

Toch zou jouw naam
voor eeuwig blijven bestaan
voor een bloem:
Narcis

woensdag 5 mei 2010

Halloween

Dit gedicht heb ik geschreven als deelname aan SKeP. Hellaas heeft het niet gewonnen

Het liedje van de regen
Huivering wekken naar benee
het zingt en zingt
tot de bomen helemaal
kaal worden

onder het oranje licht
Grijnzend kijken de pompoenen
roepend naar je naam
een spin kruipt
naar zijn web
omhoog langs het raam

dat was een zondag avond
in een oktober straat
bij mij

onder de paraplu
een man met
een zwarte jas
zweefde lichtvoetig
voorbij

woensdag 21 april 2010

Klimrek

Deel 7 Verkering

Het heeft wel lang geduurd, maar ik begin er weer aan!



Ik keek de klas rond. De kinderen fluisterden opgewonden tegen elkaar. Rick lag met zijn hoofd in zijn armen. De bureaustoel van de meester was naar de muur gedraaid, het gaf een mysterieus gevoel. Meester Piet keek telkens met snelle blikken naar zijn stoel. De grote wijzer verschoof naar de 6: het was half negen. De meester klapte in zijn handen. Dat hielp weinig. De kinderen bleven maar fluisteren.

"Wie weet het?" fluisterde Layla
"Niemand weet het" opperde Tamara.
"Ik weet wie er op die stoel zit" fluisterde Rosalie

"STILTE" brulde de meester. Hij was rood geworden. De klas was plotseling muisstil.

"Kinderen, goedenmorgen iedereen..." De meester hield zijn adem in "Jullie hebben vast gezien dat er iemand op de stoel zit. Ik zei dus dat juffrouw Karin..."

"ZE ZOU GISTEREN KOMEN!" riep Iris ontsteld. Ze dook beschaamd weg, haar wangen werden knalrood. De klas lachtte. De meester klapte in zijn handen.

"Nou, ze kon gisteren dus niet komen" De meester schraapte zijn keel "Maar ze is er wel vandaag" De stoel draaide zich om en daar zat juf Karin. Haar bruine lokken vielen speels over haar schouders.

"Hallo klas, het was lang geleden... Ik kom voortaan elke dinsdag" Ze glimlachtte. De klas joelde. Rick keek verschrikt op waarom er zoveel lawaai was. Zijn ogen waren rood, van vermoeidheid?

"Goed, ga allemaal aan de slag met taak 36, som... ah wat, doe de hele taak maar..." De klas kreunde. Ik keek uit het raam. Ik zag een grote wagen voorbij rijden: 'Maarten v. B. sloopbedrijf'. Het stopte voor het hek van het schoolplein. De directeur kwam naar buiten lopen. Hij maakte een gesprekje. Wat zouden ze gaan slopen? Ik keek verschrikt op. Ik had nog geen cijfer op papier gezet. Rick racede door de cijfers. Voor ik de eerste cijfer op papier zette, was hij al klaar met twee opdrachten. Ik liet het werk liggen en keek nogmaals uit het raam. De wagen was verdwenen, maar de directeur liep met gele bladeren naar binnen. Was dat een contract?



"Heb jij de wagen gezien?" Ik liep met grote passen op de klimrek af. Ik moest mijn werk binnen afmaken. Rick schudde afwezig zijn hoofd. Dat kan natuurlijk niet, dacht ik bij mezelf, hij lette enkel op de sommen.

"Er stopte een sloopbedrijf voor ons hek. Wat gaan ze slopen?" ik klom handig om hoog. Rick haalde zijn schouders op.

"Die verroeste glijbaan misschien?" Rick wees met zijn vinger naar de verlaten glijbaan. Het zat onder de roest en grafiti. Hij stond namelijk vlak bij het hek. Ik keek naar juf Karin, ze leek wel een magneet. Waar ze ook kwam, de kinderen bleven haar omhelzen. Uiteindelijk kwam een luidruchtig groepje het rek opgeklommen.

"WIE DOET ER MEE MET DOEN, DURF OF WAARHEID?" Riepen ze. Dat riepen ze al een hele week. Altijd moesten kinderen de raarste dingen gaan doen.

"Doen jullie mee?" Vroeg Pieter aan ons. Rick haalde zijn schouders op. Ik staarde recht voor me uit. Als ik niets te doen had verzon ik altijd een verhaaltje.

"Goed, doen, durf of waarheid aan...Novich!" riep er iemand.

'Er was een een meisje, ze heette Petronella-Roos'

"Nee, dat wil ik niet doen!"

'Ze was mooi en schattig en lief'

"Doen, durf of waarheid aan...Simon!"

'Op een dag vroeg een prins haar te huwelijk'

"Haha! Dat was leuk!"

'Maar ze wou pas trouwen als iemand de draak van Oostenrijk versloeg'

"Doen, durf of waarheid aan... Michael"

'Op een dag kwam er een knappe knecht die de draak versloeg'

"Die was goed, jonge!"

´Hij vroeg haar te huwelijk'

"Doen, durf of waarheid aan...Rick"

'En ze zei:...'

"Ja" zei ik hardop. Iedereen begon opeens te fluisteren. Ik keek verschrikt om me heen. Had ik mijn verhaal hardop gezegd? Rick keek me verbaasd aan. Het leek of er iemand door de bliksem was getroffen.



Het gefluister werd luider in de klas. Ik verstond flarden tekst:

'Ja en toen zei ze ja'

'echt?'

'Hoezo?'

'Het was bij doen, durf of waarheid'

'Zou ze hem echt knap vinden?'

'Het was een weddenschap'

'een spel'

'waarom zei ze ja?'

'hallo'



Ik besloot dat ze het over mijn verhaal hadden die ik hardop heb gezegd.

"En, was het mooi?" vroeg ik aan Rick.
"Wat was mooi?" vroeg hij verbaasd.
"Nou, je weet wel, dat verhaal" ik twijfelde nu een beetje.
"Welk verhaal?"
"Dus ik heb niets in het echt gezegd"
"Welnee, nou... je zei ja"
"Wat is er erg aan?"
"Kim" Rick keek me doordringend aan "Ik vroeg verkering omdat ik meedeed, en jij zei..."

Het ging als de bliksem door me heen. En nu pas leek het of ik de gesprekken kon verstaan.

We hebben verkering!

Narcis verhaaltje

Eerst lag jij in een zakje
tussen de rest, aan een rek

Je wachtte op iemand, in je macht
die je zou halen, van je plek

Je leven in aarde, je hart diep begraven
Je armen reikend naar de zon

Je voelt het licht, je voelt de liefde
Altijd, nog zo lang het kon

Je opende je ogen, je verlegen gouden lachje
Het was die vreugde die je zond

Je zucht, in de laatste lenteswind
Je verwelkt, tijdens zonsondergang


Nu hang je hier, slap en slapend
In je bloempot, tot de lente weer komt

maandag 19 april 2010

SKEP (Stichting Kinderen En Poezie)

Hallo allemaal, de foto's die jullie hier zien zijn gemaakt in Groningen. Samen met Lisa en Daryl. Ik ging daar naar een schouwburg om de prijsuitreiking van een gedichtenwedstrijd bij te wonen. Ik heb er zelf ook aan mee gedaan. En ik heb tot mijn eigen verbazing ook nog eens gewonnen. En nu heb ik dus twee posters in mijn huis! (Posters zijn de prijzen)
Hoera!
Groetjes,
Wan-Qing
PS. Kijk op http://www.skep.nl/ klik op het filmpje om de winnaars te zien. Ik had helaas niet de hoofdprijs.
De station van Groningen
Oosterpoort, de schouwburg



Lekker lunchen!

Kees Spiering (Een dichter) geeft een voordrage

We wachten gespannen af...

Ik werd, nadat ik de prijs in ontvangst nam, geïnterviewd

De ballonnen worden opgelaten

Van links naar rechts: Daryl, Lisa, Kort Jan (van Disney XD) en ik

donderdag 15 april 2010

Mensen (Preek)

Mensen zijn soms zo onvoorstelbaar
anders...
liever zijn is er niet vaak bij, maar toch heeft
iedereen gevoelens, en voor degen die het niet begrijpen,
kan ik het niet waarderen
anders kunnen we nooit worden

Ieder mens is anders, dat begrijpen
sommigen niet

Soms kijkt er iemand sip en boos
tegerlijkertijd
omdat iemand het gekwetst heeft
mensen moeten aardiger zijn tegen elkaar...

dinsdag 9 maart 2010

Rood meisje, wit meisje

Tussen de bomen op het pad,
zag ik het witte meisje gaan,
geen hond, muis of kat,
zou er iets van snappen

Tussen de bomen op het pad,
zag ik het rode meisje komen,
wijzend met een dreigende vinger,
een schaterlach, daar tussen de bomen

Wapperende haren...
Gebalde vuisten...
Twee snijdende ogen...
Wie luisterd ernaar?

Weg uit de bomen,
Weg van het rood,
het witte meisje komt,
mama neemt me in haar armen,
een huilend hart

zondag 21 februari 2010

klimrek

deel 6, Rick



Nou is het de verhaaltjes vakantie! (voor mezelf) Ik ga dus met spoed aan de gang met de volgende klimrek. Nogmaals, als iets bekend voorkomt is het toeval. veel plezier

Nu Yasmine en Luna weg zijn is het akelig stil in huis. Alleen Karin kwam uit haar kamer tevoorschijn. Ze glimlachte ondeugend.



Het is maandag. Ik was precies om half acht wakker geworden, dat gebeurde veel te weinig. Ik ben al bijna jarig. Dan kan ik Luna en Yasmine weer zien. Met deze verfijnde gedachten had ik naar school gefietst.
"Wat fijn dat je vandaag zo vroeg bent, Kim" zegt meester Piet terwijl hij mijn hand schud.
Rick is al op zijn plekje.
"Hai" Ik begon op zijn schouder te kloppen. Hij bewoog zich niet en bleef met zijn hoofd in zijn armen zitten. Dat is eigenlijk geen gewoonte van Rick. Ik keek verbaasd naar hem.
Hij bleef stil. De hele les dacht ik alleen maar aan één ding: 'Wat is er met Rick?'
Meester Piet kwam met een strak gezicht de klas in. Het leek of hij iets te verbergen had. Hij klapte in zijn handen.
,,Iedereen naar buiten!" riep hij. De klas stormde naar buiten. Langzaam strompelde ik achter de andere aan. Meester Piet legde een hand op mijn schouder.
,,Kim, wees voorzichtig met Rick, probeer hem maar te troosten. Is dat goed?" Meester Piet keek bezorgd. Ik zag zijn vertrouwen in me.
Buiten trof ik vallende bloesemblaadjes aan. Het was al bijna het eind van mei. Daar, in de verte zag ik een jongen zitten op ons klimrek. Zijn rug was gebogen, zijn schaduw was zo eenzaam.
Ik klom op de houten balken en rechte mijn rug naast Rick. Samen keken we vooruit, door de bomen en het bos, waar de blauwe hemel schuilt. Een frisse lentewind streek door mijn haren. Zachte roze blaadjes dwarrelde met de wind mee. Ze speelden een spelletje als kinderen. Ze wouden als laatste op de grond terecht komen. Ze dansten en dansten, tot ze moe op mijn schouder rustten, ook op Rick's schouder.

Ik zag zijn rode wangen met vastgekleefde tranen.

,,De bloesemblaadjes, het zijn er zo veel, zij gaan nooit scheiden van elkaar." Weer rolden een paar tranen over Rick's wangen. Die voog hij snel weg.
,,Ze zijn nooit ver weg van elkaar" fluisterde ik ,,Ze worden met dezelfde windvlaag in dezelfde richting geduwd." Ik keek naar voren. Alle bloemblaadjes dansten in het rond en vlogen als een wals heen en weer. Het roze kwam over het zand, de paadjes, de takken en zelfs op de kleinste blaadjes. Er is een nieuwe verse groene blaadje uit de takken gegroeid.
,,Dit noemen ze bloesemsneeuw" Rick lachtte zachtjes. Hij hield zijn hand naar voren en greep een blaadje.
,,Of vallende bloesems" fluisterde ik. Ik keek hem aan. Rick duwde een blaadje in mijn hand en vouwde mijn vingers weer dicht.
,,Als het vallende bloesems waren mocht ik een liefdeswens doen" verlangend keek hij naar de roze hemel.
,,Wat zou jij wensen?" Ik hield mijn knieën vast en blies de bloesems van me vandaan. Er was al eentje op mijn neus gekomen. Rick plukte het van mijn neus en liet het verder in de wind drijven.
,,Ik zou wensen..."Rick sloot zijn ogen en liet een fijne glimlach zien ,,Dat mijn ouders weer bij elkaar waren." Hij plukte twee blaadjes uit de wind en bracht ze bij elkaar. Toen liet hij ze weer in de wind drijven. Gelukkig en vrolijk bleven de twee roze blaadjes arm in arm bij elkaar.
,,En nou is het de beurt van mijn ouders dat weer te doen" Rick liet een paar woedetranen los.
,,Ze hebben me in de steek gelaten, ze wisten niet dat het pijn voor mij zou doen. Ze dachten alleen aan zich zelf" Rick draaide zijn hoofd de andere kant op terwijl de tranen alle kanten uit spoot. Hij veegde zijn tranen weg en draaide zijn hoofd naar voren met een vreemde glimlach. Het zag er meer verdrietig uit dan blij. Het bleef weer stil. Terwijl de roze bloesemblaadjes de wereld roze verven ging het leven door.

Ik gooide mijn tas op de bank.
,,Hoe was het op school liefje?" vroeg mijn moeder. Ik zei niets en schoof aan tafel. Het was al laat. Ik kwam net van muziekles.
,,Rick's ouders zijn gescheiden" zei ik simpelweg. Na het eten wou ik meteen naar bed.

In bed bleef ik heel lang liggen. Het roze bloesemsneeuw viel nog steeds voor mijn ogen. Mijn moeder kwam mijn kamer binnen.
,,Mama..." fluisterde ik zwak en moe.
,,Wat is er?" mijn moeder streek me over mijn haren.
,,Gaan jij en papa ooit scheiden?" vroeg ik angstig.
,,Dat is een vreemde vraag..." zei mijn moeder glimlachend tegen me ,,Ik heb er nog nooit aan gedacht, maar ik zou altijd samen met papa bij jullie blijven"
,,Beloof je dat?"
,,Belooft," ze gaf mij een zoen en deed de lamp dicht ,,Ga nou maar lekker slapen liefje, denk er maar niet aan"
,,En nog iets mama, ik heb een negen voor aardrijkskunde" mijn ogen vielen langzaam dicht.
,,Goed zo, ik ben altijd trots op je, ga nou maar slapen"

Ik heb gedroomd dat Rick weer lachend samen met mij rende naar de klimrek.

zondag 14 februari 2010

Klimrek

deel 5, Luna en Yasmine 2


Het heeft verschrikkelijk lang geduurd, maar nu de Cito voorbij is begin ik weer te schrijven. Ik hoop dat jullie geduld niet op is, ik ga meer schrijven. Veel plezier met de vijfde deel van Klimrek!





Langzaam verschoof de wijzer naar de twaalf. Eindelijk zou het dan weekend zijn.


,,Heb jij al..." ik draaide mijn hoofd opzij, maar er zat niemand. Rick is er de hele dag niet geweest, zal hij... Nee, ik schudde mijn hoofd, hoe durfde ik zoiets te bedenken. Ik liet me niet storen door die gedachten en ging verder aan mijn taalwerk. Al toen ik twee woorden verder was begonnen loeiende sirenes in mijn hoofd te rijden. Ik zag vele mensen verbaasd kijken. Ondanks de menigte kon ik toch alles zien. Ik zag net dat iemand de ambulance in werd gedragen. Een roodkleurige traan viel naar beneden. Het spatte op de grond.


,,Goed kinderen, alles wat je niet af hebt maken jullie maar in de weekend, stoppen nu!!" Meester Piet klapte in zijn handen. Alle kinderen hieven hun hoofden op. Ze waren veschrikkelijk blij.


,,Goed kinderen, juf Karin komt maandag op bezoek, ik wil dat jullie de laatste tien minuten de klas gaan vegen en dat jullie de kasten op gaan ruimen. Aan de slag!" meester Piet leek opgewonden. Layla fluisterde grijnzend tegen Tamara. Langzaam sloot ik mijn taalboek en begon de bezem te pakken. Overal begonnen kinderen op te ruimen. De boeken werden recht gezet, de klas werd geveegd en de planten kregen water. Iedereen zag uit naar de komst van de geliefde juf Karin. Alleen Novic en Pieter stonden gek te doen. Novic deed een robot na en Pieter klom op de tafels en sprong. Tamara lachtte om die twee.


,,NOVIC EN PIETER! Stelletje lafkou... Potverdorie vanwege jullie ga ik schelden ook! Stop! Allebei, ga aan de slag, ik hoop dat jullie geen plannen hebben na school?" Meester Piet glimlachte vals. Toen ik de laatste zandkorrels bij elkaar had geveegd was het twaalf uur. Uit mijn la haalde ik Rick's pen. Ik stopte het in zijn laatje. Ik glimlachte vaag, als er maar niks gebeurt is met hem...



Ik zag mijn huis dichterbij komen. Ik parkeerde mijn fiets in de voortuin. Uit mijn zak haalde ik de huissleutel. Toen de deur geopend was, was het verdacht stil in huis. Uit de keuken hoorde ik het fornuis aanstaan. In de keuken was mijn moeder aan het koken. Ze draaide zich om en glimlachte breed.

,,Ik heb een verassing voor je" Op dat moment sprongen Luna en Yasmine vanachter de keukentafel.

,,LUNA, YASMINE!" Ik viel in hun armen. Ze lachtten. We stoven de trap op en gingen zitten in mijn kamer. Ik sloot de deur. Yasmine liet haar logeertas zien. Ze haalde haar nintendo DS eruit. Luna ook. Meteen begonnen ze te spelen. Ik zat er versufd bij.

,,Gaan we niet eerst kletsen of zo?" vroeg ik.

,,Stil, ik heb Yoshi bijna verslagen" riep Yasmine. Ze drukte hevig op de toetsen.

,,Waarover?" vroeg Luna die haar nintendo sloot.

,,Over iets, moppen of wat je hebt beleefd?" ik draaide met mijn vinger over de vloer.

,,Nou, ik zag laatst een man in de bibliotheek, hij had een krant vast." ik lachte.

,,Wat is daar zo belangrijk aan?" lachte Luna. Yasmine had de nintendo ook gesloten en kwam erbij zitten.

,,Weet je wat er gebeurt is?" Yasmine lachte ,,Nou, Luna en ik liepen langs de sloot en ontdekken een brug. Dat brug leidde naar een groot grasveld. Daar was een hut. Dat hut was gemaakt van oude dingen. Er zat een porseleinen pop in een gat wat de raam betekende. Verderop was een plek waar heel veel boompjes met besjes groeide. Ver weg zag ik een boer aanrennen. Hij was kwaad. We verstopten ons in de hut. Omdat er een sloot tussen de boer en ons was kon hij niet bij ons. Toen hij weg was kwamen we uit de hut en renden we naar huis, toch Luna?" Yasmine keek Luna aan. Luna keek mij aan. Ik keek naar de klok, het was 6 uur.

,,Komen jullie eten?" werd er geroepen. We renden nar beneden. Aangetrokken door de heerlijke geur van aardappels.

zaterdag 9 januari 2010

In de wachtkamer

'Dit heb ik erop gezet wegens verzoek van mijn directeur, ik heb het oorspronkelijk geschreven voor 'Write up! Aan het woord! Rivierenland.' Ik had dit verhaal op het laatste moment geschreven dus had ik veel haast.Veel plezier'

Vastberaden zat ze rustig op het witte stoffen bankje in de wachtkamer. In de wachtkamer was het enige licht een paar zonnestralen die naar binnen schenen. Je hoorde er alleen maar het omslaan van bladzijden. En gesnuif van verkouden neuzen. Als je door het kleine raampje naar buiten gluurde zag je lichte sneeuw. De laatste sporen van de winter. Er groeide een klein bloemetje tussen de tegels.
Haar bloedrode lippen bewogen rustig op en neer door de woorden die ze in haar hoofd las. Haar benen waren gekruist als een nette dame, maar straks, straks zou ze eindelijk afscheid kunnen nemen van de nette beschaving, afscheid nemen van de doodstille ruimte. Ze moest maar even recht zitten, ze moest meer even net zitten. Ze moest zacht praten . Oh wat zou ze graag eens lekker vals willen zingen door de kamer,even alles roepen wat een deftige dame nooit zegt. Even haar lichaam de vrije loop geven. Even een keer zich vrij voelen. Dat zou ze graag willen doen...
Even keek ze op. Bleef kijken naar een schilderij aan de muur. Het was een angstaanjagende tijger. Zijn klauwen waren gescherpt. De ogen keken geniepig terug. Hij kwam uit de struiken stappen. Zijn zandkleurige buik sleepte door de modder. De lianen weken uiteen voor hem. De bladeren maakten plaats voor zijn grote kop. Zijn strepen staken hoog boven de struiken uit. Als een kat die zijn rug hoog opzet en briest. Oh, wat werd ze hier zenuwachtig van. Haar benen trilden licht. Er kwam een lichte angst naar boven bij haar, maar ook een zware klank van avontuur.
In haar nek kriebelde het rode haar van een oud vrouwtje naast haar. Haar rode klos haar stak alle kanten op. Ze zag eruit als haar buurvrouw. Die buurvrouw die haar niet eens herkende toen ze samen toevallig in de cafetaria waren! Ja, zo zijn die mensen van die drukke stad.
Zoals die hoge gebouwen, de beleefdheid van mensen tegen elkaar. “Wat zie je der leuk uit!” zegt iemand misschien tegen jouw, maar wat denkt die wel niet? Natuurlijk! In zijn kleine hersenbol speelt een andere zin: “Heeft ze die jurk bij die circus gekocht ofzo?”.
Voorzichtig, om het oude vrouwtje naast haar, niet te kwetsen schoof ze een eindje op. Waardoor ze helemaal tegen de muur gedrukt werd. Zo bleef ze een tijdje zitten tot er: “Mevrouw Hakkerma wilt u in zaal 4 komen?” geroepen werd. Op dat moment stond het oude vrouwtje langzaam op. Zij, die tegen de muur gedrukt zat, hielp het oude vrouwtje uit medelijden. Het vrouwtje keek haar met vriendelijke ogen aan dat haar deed denken aan de valse vriendelijke ogen van de heks van Hans en Grietje. Sinds wanneer ben ik zo argwanend? Ze lachte zichzelf uit, knikte en ging weer rustig zitten, pakte de krant met beide handen en las rustig verder. Haar benen wiebelde in een onbekend melodietje. Haar ogen vielen rustig dicht...
Haar wildernis instinct sloeg op hol. Langzaam gingen haar ogen open. Lianen slingeren om haar heen.
“Dit is pas leven, Melissa” zei ze vrolijk tegen zich zelf, maar toch sloeg de angst om haar heen. Haar donkerblonde golvende en licht krullende haar hing in slierten om haar heen. Met een ruk gooide ze haar prachtige leren jas uit tussen de bladeren op de vieze grond. Schoppend schopte ze haar ene laars uit en daarna de andere. Ze had alleen nog meer een fris topje en een broekje over. Haar lokken die in een paardenstaart was gebonden deed ze los en gooide het elastiekje bij de andere op de grond. Haar ene voet zakte half weg in de modder. Ze trok zichzelf aan een liaan omhoog.
“Kom op Melissa,” Sprak ze weer tegen zichzelf “Je hebt niet voor niets al die Euris weggegeven voor die ‘cursus overleven’” En trok harder aan de liaan waardoor die knapte en zo viel ze weer in de modder. Haar donkerblonde haren waren modderbruin geworden. Haar lichte blosjes waren overdekt met modder. De modder viel haar kleren binnen. Ze hees zichzelf met haar handen omhoog en stond een even later weer met een vieze modderblad in haar handen. Dat gooide ze over haar schouders naar achteren.

“Meneer Wijnstra, wilt u naar zaal 6 komen?” Haar fantasie werd gestopt. Een man met een echte ‘senior-snor’ stapte trots van zijn zitplaats en liep de deur uit.
Is ie van binnen net zo sterk als van buiten? Mensen moeten zichzelf af en toe maskeren...
En wie geeft jouw een schouder als je een zwaar moment hebt en even wilt leunen?
Het frisse groen overwon haar. Het nette dame in haar vervaagde. Haar krullen plakte aan haar gezicht. De zon streek zachtjes de hele jungle weer netjes groen. De wind blies de jungle helemaal fris. De dieren in de jungle zorgden voor een prachtige koor door de jungle. Ze was verschrikkelijk verrukt van de avontuurlijke leven in de jungle. Op haar gezicht stond een klein grappig lachje. Haar hart klopte nu moedig in haar keel. Met een hand veegde ze de lokken haar uit haar gezicht. Haar ogen rolden van de inspanning. Gauw verzamelde ze het meest geschikte hout om een ruwe hut te maken. De maan kwam langzaam de hemel in. Met een paar lianen en wat draden van de wortels van de bomen, maakte ze een ruw hutje in elkaar. Haar moedige stemming was al lang gezakt en haar angst kwam opdagen. Geritsel klonk er uit de struiken. Gele ogen keken haar vanuit het donkere groen aan. Een gescherpte klauw kwam geruisloos uit de struiken. Aan zijn hoog opgezette rug kon je scherp zijn felle zwarte strepen zien. Zijn zware buik die vast net een hert had verorberd gleed met moeite over de grond. Ze stond versteend. Vast genageld aan de grond. Maar zo moedig als ze kon bleef ze de tijger recht in de ogen kijken.
“Dit red je wel Melissa meid” Zei ze tegen zichzelf. De tijger hield nu een bekende pose vast. En bleef zo staan...

“Wilt Melissa Hastren zich misschien melden bij zaal 3? Sorry voor het lange wachten” Klonk het door de wachtkamer.
Langzaam deed ze haar ogen open. Langzaam kwam de wachtkamer in beeld. De witte muur. De banken en stoelen. De lege kamer. Het schilderij... De ogen van de tijger keken nog steeds naar haar. Angstaanjagend, maar op veilige afstand.
Ze liep de wachtkamer uit, naar zaal 3. Zo recht als een deftige dame...