woensdag 9 november 2011

Wijnglas

Mijn Wineas Glassias
Kwetsbaar is jouw glas
Met rode drank, vul ik jou
Rood als mijn bloed
Rood als jouw vuur
Is nu as

Mijn gezicht weerspiegelt
In jouw glans
Bij wie maak ik nu
Nog een kans

En nog steeds ben jij
Ondoorzichtig
Onaangeroerd
Sta jij daar
Ik ben klaar
Sta op
Het licht gaat uit

Nog steeds niet
Ben jij aangeraakt

zaterdag 29 oktober 2011

Wie is Hij?

Wie is Hij?
Weet Hij hoe je heet?
Weet Hij waar je woont?
Weet Hij van wie je houdt?
Weet Hij wat je doet?
Weet Hij wat je denkt?

Weet Hij... wie je bent?

Weet Jij... wie je bent?

Tekenen

De radio aan
Een rustig liedje

Met een potlood in mijn hand
Lijnen op papier
Zet ik mijn gedachtestroom vast
In een vreemde taal

Met de tonen in mijn hoofd
De betekenis in mijn hand
In mijn oren
De geluiden die
Een cello maakt

In lijnen en bogen
Wil ik meer
Dan ik met woorden
Zal kunnen zeggen

vrijdag 30 september 2011

Als...

Als daar buiten op het gras
Ooit iemand hetzelfde liep
Als ik hier loop
Genietend van de zon
En het dauw langs mijn tenen

Als daar onder die appelboom
Ooit iemand hetzelfde zat
Als ik hier zat
Lezend uit mijn boek
Met een vlinder op mijn schouder

Als hier in mijn hoofd
Ooit iemand hetzelfde dacht
Als ik hier dacht
Misschien ooit
Jaren geleden…

Zou dat mogelijk zijn?

zondag 18 september 2011

Lila en storm

Aapjes en banaantjes
Dat is de papegaai
En Storm zegt
'aai aai aai'
Lila schopt zijn kont
en deelt klappen uit
En Storm zegt
'grijp de buit'
Hij pakt een lamp
en slaat het stuk
zodat Lila
een banaan eet.
maar dan zegt ze plotseling:
'Het rijmt niet meer
oh neeeeeeee'
En dan zegt Storm
'We gaan nu over zeeeeeeeeee
nu rijmt het wel'
En Lila zegt:
'Banaan Met Chocomel'

Einde

Door: Ru-Lian en Wan-Qing

zaterdag 25 juni 2011

Demons

Hier is ie dan! Het verhaal van 1500 (en meer) woorden, wat ik belooft had. Veel plezier!
Er hing een groene waas rondom het riviertje. Irene streek neer in het gras en pakte haar tekenblok uit haar tas. Ze pakte de scherpgeslepen potlood en begon langzaam het landschap vast te leggen.
Een vlinder ging vertrouwd op haar schoot zitten. Ze was hier immers regelmatig. Haar ouders hadden dan ook regelmatig ruzie. Zo’n vier dagen per week. En dan ongeveer vier per dag.
Irene’s tekenkunsten en deze plek was haar enige troost als ze ruzie maakten. Ze voelde de wind de waterdruppels uit het riviertje tegen haar blote schouders waaien. Even rilde ze.
Toen had ze alles op papier gezet. Ze haalde haar map tevoorschijn met al haar andere tekeningen, maar veel verschil was er niet.
Irene borg al tekeningen op. Toen aarzelde ze even. Ze zag het water verleidelijk stromen...
Even later lagen haar sandalen aan de kant en trok ze haar jurk op tot haar knieƫn. Toen liet ze voorzichtig haar eerste voet in het water glijden. Daarna de tweede. Ze liet haar rugzak in het gras staan.
Ze liep steeds verder de midden van het water in. Ze sloot even haar ogen, terwijl ze liep. Tot ze iets voor haar voelde stromen. Ze stond voor de waterval. Ze hield haar hand in de stroming. Het water werd daar opgehouden en stroomde langs haar hand verder.
Snel trok ze het terug. Ze dacht dat ze er iets achter vond.
Ze deed twee handen in het water, horizontaal, zodat het water nog meer opgehouden werd. Ze zag het nu duidelijk. Een perfect uit steen gehouwen tunnel met edelstenen die flonkerden.
Irene aarzelde even, ze keek op haar natte horloge: bijna zes uur. Irene haalde haar schouders op, haar ouders zullen haar toch niet missen. Toen dook Irene de tunnel in.

Het was vochtig en koud. Irene rilde. Ze hoorde de waterval kletsen, maar ze zag het niet meer. Waar de waterval hoorde te zitten zat nu een massieve stenen muur. Irene huiverde even. Hoe moest ze er straks weer uit? Ze verzamelde alle moed en liep verder. De edelstenen flikkerden in het duister, alsof ze zelf lichtgaven. Er was namelijk geen lichtbron.
Ze kneep haar natte haren uit. Na een tijdje, haar horloge gaf kwart over zes aan, kwam er een enorme spiegel tevoorschijn.
Ze zag haar zelf, maar niet echt. Ze zag wel haar lange, golvende, blonde haren, maar ze waren niet nat. Ze zag haar zeegroene ogen, maar ze hadden iets perfects, net als haar neus en haar lippen.
Ze had ook niet haar zomerjurkje aan, ze had een duur gewaad aan dat rijkdom uitstraalde. Ze had een zijden waaier vast, belegd met minuscule stukjes goud en zilver.
Ze keek naar haar eigen hand, maar die was nog net zo nat als altijd, zonder een waaier of iets dergelijks. Irene schrok en wist dat ze weer naar huis moest.
Een paar minuten later stond Irene weer voor de waterval. Ze dacht niet na en rende er dwars doorheen. Trok haar schoenen aan, deed haar rugzak om en rende zo hard als ze kon naar huis.

De volgende dag haalde Irene weer een tekenblok tevoorschijn, maar deze keer kon ze haar gedachten niet bij haar potlood houden.
De jongen en de spiegel dwaalden steeds door haar gedachten. Uiteindelijk stond ze vastberaden op en liep weer naar de waterval. Ze moest het weer zien.
Deze keer was de toch een stuk langer en het leek wel moeilijker, ze was ten eerste weer kletsnat en ten tweede sneden de edelstenen in haar voeten.
Ze was er weer, uitgeput maar voldaan. Dit keer zag ze zichzelf, maar dan met haar ouders. Ze knuffelden elkaar liefdevol en legde een hand op Irene’s schouder. Irene greep naar haar schouder, maar ze greep alleen maar haar schouder.
Ze bleef staren tot ze weer besefte dat ze naar huis moest. Ze sprintte weer weg.
De derde dag gebeurde hetzelfde. De tocht was echter haast onverdraaglijk lang en pijnlijk, maar elke keer hield Irene weer die bevredigende beeld voor haar ogen waardoor ze doorzette. Ze kwam eindelijk bij de spiegel aan, wou weer neerstrijken op de kille vloer om naar haar wensen te kijken.
“Dat zou je wel graag willen hebben, toch?” een knappe jongen me korte, zwarte stekels stond achter haar.
“I...ik eh...” stotterde Irene betrapt. De jongen lachte en kwam dichterbij.
“Ik bied het je allemaal. Blijf hier” zei hij lokkend en hield zijn hand zachtjes op haar schouder.
“I...ik weet niet i...ik”
“Je hoeft niet te twijfelen. Je hebt drie dagen de tijd gehad om te beslissen en nu is de tijd aangebroken”
“Wat bedoel je ik...”
“Dit is je laatste kans om in de spiegel te kijken. Als je ervoor kiest hier te blijven zal je alles krijgen wat je zag in de spiegel. Als je kiest om nu terug naar huis te gaan, vind je deze tunnel nooit meer terug”
Irene dacht aan alle voordelen... alles eigenlijk, maar ze kon dan niet bij haar ouders blijven. En wat dan nog? Die geven toch nooit aandacht aan haar, die maken alleen maar ruzie...
“Ja, ik blijf” zei Irene, plotseling vastberaden. De jongen knikte.
“Ik ben Ket, kom mee, ik breng je naar mijn paradijs” hij stak zijn hand uit. Irene slikte even en pakte toen zijn hand vast.
Het was alsof ze in een eindeloze achtbaan zat. Ze tolde en maakte loopings en sjeesde vooruit...
Toen ze in een stad aankwam. Ze had geen tijd om alles goed in zich op te nemen. Ket trok haar mee naar een paleis en bracht haar naar een adembenemend mooie kamer. Ze ging op haar bed zitten en kreeg meteen een bad met rozenbladeren. Ze liet zich erin glijden en bleef er beslist een half uur inzitten voor ze gerimpeld eruit kwam, maar fris. Toen zag ze dat er een mooie donkerpaarse jurk op haar bed was gelegd. Meteen trok ze die aan. Ze keek in haar spiegel. Toen pakte ze een borstel die was belegd met amethist en onyx en borstelde haar haren.
Ze keek vanuit haar raam naar de stad, maar schrok terug. Het was een en al donker. Alle figuren door de straten bewogen zich vrij sierlijk, maar duister.
Irene sloot haar raam en opende haar deur, zelfs de gang was duister. Irene riep Ket, maar niemand reageerde. Uiteindelijk kwam ze in een eng uitziende deur terecht. Voorzichtig klopte ze aan, maar het zwaaide vanzelf open. Ze zag een donker trappetje dat naar beneden liep. Ze pakte een toorts van de muur en liep voorzichtig naar beneden. Ze kokhalsde toen ze het zag. Paniek overheerste haar gedachten en struikelend over de zoom van haar jurk deinsde ze achteruit. De klap die ze kreeg van de trap liet haar duizelen, toen ze iemand de trap af hoorde komen. Ze werd ruw van achter gepakt. Ze kon niet zien wie het was, maar de handen waren ijskoud.
Er werd een hand voor haar mond gehouden, toen ze probeerde te gillen.
“Stil, ik – probeer – je – alleen – maar – te – redden – blijf stil” siste onmiskenbaar Kets stem in Irene’s oor.
Hij trok haar zacht mee terug de trap op, nam haar mee naar haar kamer en deed de kamerdeur op slot.
“Luister eens heel goed” zei hij streng “Je mag daar nooit meer komen! Als iemand daar achter komt, stel je voor!”
“Ik wil hier niet meer zijn!” riep Irene huiverend.
“Je hebt je beslissing genomen, kind”
“Ik ben geen kind meer, noem me niet zo” riep Irene kwaad. Ket keek haar gefrustreerd aan. Draaide zich woedend om en sloeg de deur met een klap achter zich dicht.
De volgende dag echter overwon haar nieuwsgierigheid het van alle dreigementen. Ze wilde zien of het niet een verbeelding was. Ze werd al misselijk bij dat beeld dat ze toen zag, maar ze wilde iets doen. Ze sloop haar kamerdeur uit en zocht weer naar de kamer, al snel vond ze hem. Duwde hem zonder kloppen open, er was natuurlijk niemand. Ze sloop de kelder in. Kneep haar ogen dicht en deed ze toen open. Ze hingen er inderdaad nog. Duizenden lijken aan het plafond aan hun hals. Irene voelde haar maag weer draaien, wat bezielde haar?! Ze wou zich omdraaien toen ze recht in de ziedende ogen van Ket keek.
“Het is niet w...wat het lijkt!” riep ze wanhopig smekend, maar Ket keek genadeloos. Hij trok haar aan haar haren naar binnen.
“Ik heb je gewaarschuwd!” riep hij kwaad. En hij smeet haar tegen een bebloede muur. Trok een mes en hield het onder haar keel, maar voordat het haar huid raakte, liet hij het vallen. Irene hijgde, terwijl de tranen in haar ogen prikte.
“Wat ben jij?” vroeg ze hees. Ket gromde. Pakte zijn mes op.
“Ga” zei hij zacht.
“Wat?”
“Ga, voordat ik me bedenk, je bent hier helaas niet gelukkig genoeg”
Irene keek hem vertwijfeld aan.
“Ik zei dat je moest gaan”
Irene zag de dreiging in zijn hand waarmee hij de mes vasthield. Toen draaide ze zich om en rende weg. Ze hoorde nog net dat hij fluisterde: “Ik ben een demon”
Ze wist dat ze dit niet mocht horen, deed ook alsof ze dat niet hoorde en rende naar de uitgang. Toen hoorde ze plotseling iemand haar achterna rennen. Ze wist dat Ket zich bedacht had. De tranen prikten in haar ogen toen ze over de weg raasde, op weg naar de poort die terug naar de waterval leidde. Ze sprong erdoorheen, net toen Ket de zoom van haar jurk pakte. Hij trok haar naar zich terug, kuste haar op haar lippen. Op dat moment voelde Irene dat ze op de harde grond lag. Ze opende haar ogen. Ze lag op het gras. Ze had dezelfde zomerjurkje als de eerste dag aan. Ze was al die tijd aan het slapen!
Ze stond op, hees de tas over haar schouder en rende terug naar huis om met een nieuw start te beginnen met haar ouders.

zondag 12 juni 2011

JUBILEUM

3000 dagen! Hoera! Eh... weten jullie eigenlijk al waarom? Nou Daryl, Lisa en ik zijn al 3000 dagen beste vriendinnen! We al zoveel samen beleefd, ik weet nog toen ik en Daryl een 'regenboog broodje' probeerden te maken. Eh... met andere woorden, gewoon een buitengewoon smerig broodje maken met jam, pindakaas, chocopasta, hagelslag, boter... Ook gingen we een parcourtje doen, maar Daryl struikelde over de teletubbie-schommelstoel, toen moest ze huilen en ik om de ene of andere reden ook :S. Toen moest mijn zusje ook huilen en kwam mijn moeder thuis. Ahaha, waar blijven die mooie tijden.
Ik weet ook nog goed hoe ik met Lisa een remix maakten:
'Midden in de winternacht, gaat de hemel open... nananananananananananana...
Jingle bells jingle bells jingle oh the way
Billy jean is not my lover, she claims i am the one
Smooth criminal
bafbaf baf baf...' ofzoiets.
En onze 'overheerlijk' maar wel creatieve toetje: Ijs met slagroom en hagelslag. Chocola erover heen en een sate prikker met een krokant kussentje.
Daar hadden we dus allemaal foto's van zitten maken.
Ook hadden we vaak samen gelogeerd.
Toen Lisa en Daryl wakker werden met iets vreemds aan hun voeten, wat ik bleek te zijn. Ik was zonder dat ik het wist naar de andere kant gekropen in mijn slaap. We hadden ook een keer tot ongeveer 8 uur 's ochtend wakker gebleven. We zagen de zon opkomen!
Ah... er is veel te veel gebeurd in de 3000 dagen, en laat er alsjeblieft nog meer komen!

Luv u Daryl en Lisa.
My best friends

en een fijne jubileum van 3000 dagen

(Ja, je kaart was mooi, met dat 'gecondoleerd', ahahaa)

XXX

dinsdag 31 mei 2011

Vergeet-mij-nietje

Ook als jij de hoge golven zal trotseren
Bloeien de coniveren
Langs de straat
Groeit er een vergeet-mij-nietje in mij hand
Rinkelt: 'Vergeet mij niet, vergeet mij niet!'
Over het hele land

Als je mij verlaat

zondag 15 mei 2011

Zeilkamp deel1

Ik ben een week op
zeilkamp geweest. Hier een verhaal verdeeld in de dagen (sommige vreemde
gebeurtenissen in dit verhaal is ook echt gebeurd en ik heb natuurlijk ook de
namen veranderd).


Veel plezier!


Maandag


Zacht scheen de zon over het water. Iets te zacht, ik rilde
van de kou. Voor ons stond een grote boerderij.


Op het water dobberden onmiskenbaar zeilboten.



Ik weet nog goed hoe het begon: we hoorden in de klas dat het zeilkamp eraan kwam. Veel
kinderen hadden een inschrijfformulier ingeleverd. Ik ook.



En nu sta ik hier, na vele weken wachten. Een paar kinderen
uit mijn klas zaten naast me. Een meeuw vloog laag over een paar gillende
meisjes.



Luid las de begeleider de kamers voor. We zaten met zijn
zessen in een kamer.


Ik strompelde naar mijn kamer samen met mijn klasgenoten die
in dezelfde kamer zaten.



“Bah, wat muf”, zei Irene. Ze zette een klein raampje open.
Gillian giechelde, terwijl ze een enorme snoepzak opende.


Even later hoorden we een gil.


“Oh nee! Nou zijn al mijn snoepjes mijn slaapzak in gegleden”.
Gillian kroop haar slaapzak in en viste er een snoepje uit.


“Wie wil?”. Gillian grijnsde met haar hand uitgestoken,
terwijl Irene walgend achteruit schuifelde.


“Geef mij maar!”, riep Quinta en ving behendig een snoepje
op.


“Ze zijn verpakt Irene”, grijnsde Gillian en at er zelf ook
eentje.


“Ik pak liever chips”. Irene scheurde een ‘Patatje Joppie-chips’
open. Binnen een paar seconden snelde de hele kamer op Irene af met een: ‘geef
mij, geef mij!’


Plotseling werd er op de deur geklopt.


“Het wordt misschien geen zeilen vandaag, vanwege de wind”,
zei een iets oudere meisje uit ongeveer de vierde klas.


“Jammer!”, zeiden we in koor.



Inderdaad waaide het hard. De gordijnen klapperden wild en
Emily snelde naar de raam om het dicht te doen, maar voor dat lukte wapperden
haar donkerblonde haar recht naar achter.



Plotseling begon de geur van verse pasta het huis te
vervullen. Hongerig stormde de helft van de kamer de trap af. Langzaam ging ook
de rest naar beneden tot alleen nog Emily en ik overbleven.


Ik liep de gang op, toen ik iets net langs mijn arm voelde
vallen, daarna hoorde ik een geluid van gevallen glas. Geschrokken kwam Emily
de kamer uit. Op de grond lag een hoopje wit glas. Automatisch keek ik omhoog,
ik zag dat de zijkant van de lamp daar was gebroken.


Emily rilde.




“Maar viel je op het glas?”, vroeg Irene.


“Nee,”, zei ik “ik viel niet, ik liep er net langs”



Na het eten werden de bootindelingen gemaakt en gingen we
toch zeilen.


De boten schommelden gevaarlijk. Mijn haar woei steeds voor
mijn zicht.


Eindelijk hoorde ik het pruttelen van de motor. Het bootje
gleed over het water.


Onze begeleidster zat aan de stuur, ze heette Cathelijne.


“Hijs de zeilen!”, riep Cathelijne. Binnen een paar minuten
was het zeil gehesen. Meteen raasden we over het water, helemaal schuin. De met
schuim bedekte golven rolden naast de boot.


“Laag blijven!”, gilde Cathelijne, toen een meisje op wou
staan. Verschrikt bukte ze voor de giek (de onderste stang die het zeil vast
houdt) die mateloos heen en weer bewoog.


“Een belangrijke regel: laag blijven”, zei de begeleidster
streng. We knikten.


Spetters werden de kuip in geslingerd. Een meisje gilde toen
een golf water haar regenkleding binnen wist te glippen.


“Is dit niet cool?”, gilde Cathelijne boven het geraas van
de golven uit.


“Ja!”, riepen alle jongens. Ik glimlachte, totdat een plons
water me nat maakte.


Na een uur razen pruttelden we weer terug naar de
thuishaven.


Vermoeid ploften we neer in onze bedden. Ik hoorde de wind
nog loeien langs de raam.


“Hoe was het bij jullie?”, vroeg Irene.


“WILD!”, riep de hele kamer en we lachten.



WORDT VERVOLGD…

zondag 24 april 2011

Sakura

Speel voor me


nu de maan opkomt


Verzorg me met je tonen



Speel voor me


In deze nacht


Mijn bloemen zal je kronen


Laat een beekje stromen


Laat mijn takken buigen


Laat de sterren vallen


Laat herinneringen los




Ik neem je mee, in mijn diepste wortels


Tot mijn diepste geheim


en mijn oudste vruchten


Geef je mij je vertrouwen?




Speel voor me


In deze nacht


onder de roze hemel


laat ik mijn liefd los


voor jou

maandag 21 maart 2011

1500 bezoeker

Bij 1500 bezoekers ga ik een verhaal schrijven van 1500 woorden :P

zaterdag 19 maart 2011

Lentegedicht2

Haar natte vleugels uitslaand
De dauw parelt over het gras
Een tulp wuift
Een beekje kabbelt
Bloesembomen laten voorzichtig een paar bloemen los
De brug kijk naar het water, naar zijn eigen gezicht

De wind strijkt langs haar tere lichaam
Ze staart verlagend naar de horizon
Waar de gouden zon haar lokt
En ze blijft vliegen

Zal iemand het mereken
Als ze, haar doel onbereikt, veel later
Neerstrijkt op het zachte wintersneeuw?

Die haar zou bedekken, wachtend
Tot er weer een ander is
Die zijn natte vlegels uitslaat
Die de wind langs zich heen laat strijken
Die naar de zon reikt
Hem achterna gaat?

En ze blijft vliegen
Steeds verder en verder
'wacht op mij' zoemt ze
'wacht op mij'

vrijdag 4 maart 2011

DE lotus

Een week geleden liep ik daar
langs het zachte water
groeide er
een stengel
dat zocht naar het oppervlak

Vier dagen geleden liep ik daar
langs het zachte water
groeide er
een blad
dat lichtjes zweeft over het water

Gister liep ik daar
langs het zachte water
groeide er
een bloem
die zijn bladen een voor een opende

En nou?
Is in de elk zeldzaam seconde in je leven
zou ze die zijden draad los gelaten hebben?

Vandaag zie ik haar
trots en nietsvermoedend bloeien
en morgen kom ik terug
misschien later
en dan zou alles zich herhalen

zondag 27 februari 2011

Een kerstnacht deel 5

Het leek wel een uur later dat Emily plotseling iets anders hoorde dan haar eigen ademhalingen. Het waren voetstappen die zacht en sluipend klonken.
Emily richtte zich op.
Een schaduw werd zichtbaar om de hoek en uiteindelijk zag Emily wie het was: Kevin.
"Wat doe je hier?" riep Emily kwaad.
"Ssst, ik ga je helpen" zachtjes rommelde Kevin met het slot en uiteindelijk was Emily vrij.
Ondanks alles omhelsde Emily Kevin.
"Pak gauw al je spullen, je hebt vijf minuten, we moeten hier weg" mompelde Kevin zacht in Emilys oor.
Emily snelde weg en propte al haar spullen in een koffertje. Toen hoorde ze Kevin's stem vanachter het raam: "Springen Emily gauw!" het klonk paniekerig.
Emily dacht niet na, sprong en kwam recht in de armen van Kevin terecht. Samen renden ze de duisternis van het bos in.
Op een open plek bleven ze staan. Emily had haar jurk aangedaan. Het harde muziek drong door het bos.
Voorzichtig hield Emily de schouders van Kevin vast. Kevin glimlachte.
"Later" hij pakte Emily's hand vast en sleurde haar verder van het paleis af.
Emily keek achterom. Het licht van het paleis was nog net zichtbaar.
Nog een blik keek Emily om, totdat ze haar nieuwe toekomst tegemoet komt.

zaterdag 19 februari 2011

Een kerstnacht deel 4

Emily deed haar werk goed en kreeg opslag. Met dat geld kocht ze een jurk die ze altijd al had willen kopen.
"Dit werkje is toch niet zo erg als je verwachtte toch?" Met een scherpe beweging draaide Emily zich om. Kevin leunde nonchalant tegen de deurpost. Emily's mondhoeken ontspande zich in een glimlachje.
"Oh jij bent het, laat me voortaan niet schrikken oke?" zuchtte Emily. Ze had haar nieuwe jurk vast en hield het voor in de spiegel.
"Die staat je goed Emily" zei Kevin zacht, maar Emily merkte de sluwe ondertoon in zijn stem niet "Ik zal je altijd blijven bedanken"

Er ging weer een dag voorbij. Emily stond nietsvermoedend op en wreef de slaap uit haar ogen, die dag zou ze een feestontbijt maken, de koningin was jarig.
Het was vroeg in de ochtend. Emily zag vanuit haar raam dat Kevin beneden in de tuin aan het praten was met een man. Snel trok Emily iets aan en liep naar de tuin. Die man hoorde hier niet.
"Ik heb het haar gegeven, ze hebben geen bewijs" gromde Kevin zacht. Emily snapte er niets van. De andere man knikte.
"Goed zo Kevin, de juwelen van de koningin liggen in de schatkamer, kom maar mee" Emily volgde de mannen stiekem. Ze gingen een trap onder een struik door. Wat Emily daar zag deed haar hart opspringen. Snel rende ze weg.
Toen ze het paleis in kwam hoorde de koningin roepen: "Man, waar zijn mijn juwelen"
Het antwoord brandde op Emily's lippen, maar dan zou ze Kevin verraden en ze hield van Kevin. Of hij slecht was of niet.

Met een stekend hart sloot ze zichzelf op in haar kamer, huilde en viel in slaap.
Opeens hoorde ze dat er wild op haar deur werd gebonsd.
"Wacht even!" riep ze. Ze bekeek zichzelf in de spiegel, kamde haar haren en opende de deur. Meteen werd ze aan beiden kanten vastgegrepen.
"Meekomen" gromde een man. De andere deed zijn grote hand voor haar mond.
Emily stribbelde tegen, maar ze duwden haar naar een grote kerker in het paleis.
Kevin zat daar tegen de tralies aan de buitenkant.
"Het spijt me Emily, je weet te veel"
"Hoe weet je dat?" brieste ze terwijl ze de grote hand weg beet.
"Dacht je er niet aan dat er camera's in de tuin hangen? Dat we onszelf steeds wegwissen en we jou toen konden zien?" zei hij nonchalant. Emily rukte zich los.
"Ik had altijd van je gehouden Kevin. Ik had je daarom niet verraden!" Emily's ogen begonnen te tranen. Plotseling had Kevin haar tengere gezicht weer in zijn handen. Hij keek haar aan en gaf haar een snelle zoen. Toen werd Emily alsnog in de cel gesmeten.
"Alsjeblieft Kevin" huilde Emily.
"Ik zal altijd van je houden, maar dit is de beste Emily" zei Kevin zacht, terwijl hij door de tralies een kus op Emily's voorhoofd drukte.
"Wat bedoel je?" snauwde Emily, ze duwde Kevin weg.
"Onze baas zal je vinden en die doet ergere dingen met je, tot die tijd houden we je hier vast"
"En mijn werk dan?!" riep Emily, maar Kevin draaide zich om. Emily trok haar knieen tot haar borst en sloeg haar armen eromheen.
Ze dacht aan de kok die straks het het feestmaal zelf moest maken, aan de kerstbal die vanacht was. Ze had zoveel plannen gemaakt om stiekem even te kijken. Emily zuchtte.
"Fijne kerstdag Emily" wenste ze zichzelf toe en snikte.

zondag 13 februari 2011

Kerstnacht deel 3

De eerste dag als bediende ging zwaar in het paleis. 'S ochtends moest ze het ontbijt serveren, 's middags moest ze de kinderen lesgeven, 's avonds maakte ze avondeten klaar met de chefkok.
Tussendoor maakte ze ook van alles schoon.
Het was een week geleden dat Emily in het paleis kwam werken.

Al snel werd het bekend dat er over twee dagen een kerstbal was. Droevig dacht Emily aan al die vrolijke mensen waarvan ze een wou zijn, maar in plaats daarvan zat ze met de kok gangen te bedenken.
Het was diep in de avond toen ze naar bed liep en zag dat er een briefje boven haar bed hing.
"Lieve Emily, kom naar het balkon"
Emily trok gauw iets fatsoenlijks aan en ging naar het balkon. Er stonden twee kaarsen op een tafeltje met een fles wijn en twee glazen. Op een van de twee krukjes zat Kevin.
Zijn zwarte haar was netjes naar beneden gekamt, maar hier en daar waren plukjes zichtbaar.
Zijn inktzwarte ogen keken Emily doordringend aan.
"Kom erbij" zei hij met een intense stem. Emily had spijt dat ze geen jurk aangetrokken had, maar ze had ook geen jurken. Dat boeide haar niet.
"Kevin" bracht ze met moeite uit.
"Emily" zei hij en hij nam Emily's gezicht tussen zijn slanke handen. Emily duwde ze zachtjes weg en Kevin schonk wijn in.
Zacht dronk Emily het, terwijl ze met een bonzend hart naar Kevin keek. Zal het vanavond gebeuren?
Ja, Kevin keek haar plotseling diep aan en het ging haast automatisch. Emily deed haar ogen dicht, het duurde drie seconden en het was voorbij.
"Hier, om aan me te blijven denken" Kevin deed een ketting om bij Emily en toen was Kevin verdwenen, alsof het een droom was.
Met een bonzend hart ging Emily terug naar haar slaapkamer. Haar hand de ketting omklemmend.

zondag 30 januari 2011

Naamloos

Als een dooier
die zich vermengt met zuiver melk
klimt zij langs de sterren
de hemel in
zodat het wei
zich laat baden
in het gouden schijnsel

Als het gras zwiert
en zich laat strelen door de stralen
lopen wij
met vuurvliegen
die zoemend hun moeder zoeken
het licht in
dat zich speels laat leiden

Als de eerste vonk dooft
dooft zij
als een peertje
in mijn kelder
waar ook zij
ooit zult komen