Een hoed geheven
onder het randje,
rode lippen,
als het ochtendzon
Een lange rode jas ,
Als het eeuwige vuur,
in het duister,
Stevig stapt ze door
tik tak tik tak tik tak
Hoge gebouwen steken boven haar uit,
mensen kijken haar aan,
Een eindeloze straat,
rekt voor haar uit,
ze denkt,
hoeveel mensen zijn er al voorbij?
Hoe ver moet ik nog lopen?
Over toen,
over wat moet komen
Ze liep oneindeloos door,
op haar hoge hakken,
Tik tak tik tak tik tak tik tak tik tak tik tak...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten